haar dichtkunst

haar dichtkunst


IN EEN VOUW

in de halsaanzet van de heuvel de knik
in de taille van de slapende zandreuzin

ze ligt in het landschap het landschap verschuilt zich
in haar, kittelend

speelt een wind door haar baard van woestijnhulst en zilver
het ruikt er blauwgroen dofgroen groenachtig
-stilaan koeler een plek om te liggen en ze leent je

haar middenrif ze leent je haar slaap een uitzicht
zonder voetafdrukken

oeroud en opgeschud
spreidt het bed de ochtend haar lichaam
een herbergzame liesstreek, het plooirijk

gesteente je legt je in een vouw
en vloeit


Uit: Aarduitwrijvingen



ZONDER TITEL


Lieve, blijkbaar

is onze wereld toch niet de beste van mogelijke werelden. Ondertussen weten we

van miljarden zonnestelsels en in die zonnestelsels van miljarden planeten.

Sommigen zijn van oppervlakte kleiner nog dan de aarde

maar hun samenstelling biedt 'gunstigere omstandigheden' voor het ontstaan van het leven.

dan de omstandigheden die bij ons broedgebied heten - de uit vlees geslagen ribbenkasten

gaas gewikkeld om been tot precies de juiste afmetingen

waarin je een kind kan leggen zonder het ooit iets meer te moeten beloven

dan dat het uiteindelijk te groot zal worden voor zijn kooi.

Superaardes noemt men deze planeten, bovenwerelden

datgene misschien dat we ons willen voorstellen bij een hemel, naar schatting

bestaan er zo'n vijfhondermiljoen superaardes, met grote waarschijnlijkheid op leven

waarschijnlijk ken de evolutie daar een ander eindpunt dan dit krampachtige verbond

van lichaam en geest.

Dit alles maakt in zeker zin van ons maar mislukte mensen

op een mislukte planeet, slechts een proefversie

van beter, gunstig leven.


Uit: Ooghoek



UITZICHT


Vanaf hier lopen de eiken in lijnen in een doorgang de diepte in

Verdwijning is bestemming, dat huis in de verte, met buigzame ogen, kijk

dwars door steen en hek, achter het uitzicht waakt de binnenkant, daar

zou het kunnen zijn geweest, thuis, die verzamelnaam voor gewoonten, kijk

vanaf hier kan je het bijna zien, het haperende beeld van de herinnering

die afgelegen plek waar je op een zomeravond van moeheid en geluk

in je uitgespeelde lichaam vanzelfsprekend slaap vond en al het later

was opening, leg met terug in die ontsloten tijd, kijk, zie, hoe mogelijk

alles vanaf hier gezien lijkt, na de eiken, de verte en na het verre, jij


Uit: Ooghoek



ALGEMENE VOEDING FRIS DRANK STERK DRANK &TABAC



tussen de lichtslangen glanst een troostende koopkracht

staat een Pakistaan de hele nacht op voorraad

veerman aan de poort naar nog een uur

en na het uur laat de kade de stad achter

in blauw geslagen beats op je heupen

lost je lijf op als een bruistablet bijna

was je eindelijk

maar een onbekende noemt je nog 'drenkeling'

bij je meest fatale naam

omdat het voor de betekenis niet uitmaakt

of je enkel overboord valt of daadwerkelijk verdrinkt

nog later in het wak van je gezicht

zal je onder je ogen een kreet zien

seismogram van de onrust die over je lichaam beeft

van donker tot ochtend

verglijdt in een triestige striptease

en weer dat licht dat bleek maakt, de schipbreuk

van de lendenen - alsof men alleen daat

aan stukken kan

de roes, de zee, de andere planeten

het is nooit het midden, maar wat eromheen ligt

zoals huid rond het wrakhout van je skelet

versplinterd in stukjes Knex, in een kleurloze middag

voelt het hoofd als een kattenbak en je wacht

tot je ledematen klikken tot mechaniek

zo gemakkelijk

herinneren benen zich weer het voortbewegen

zo snel smelten voornemens

onder de broedlampen van de straatverlichting

in een late hitte weer eens dwalen door wat onmogelijk

en daardoor dringend is

van voordeur naar nachtwinkel naar voordeur

naar vulkaanmond, het schort

de slaap naast hem op

sigaretten en paprikachips, een discountbierblik

dat steeds het op één na laatste is, bijna

was je eindelijk

maar je voltooit je niet

want wie een reiziger wil zijn, klemt zich niet

tussen de breedtegraden van twee armen

waartussen men wemelen of omhelzen mag

maar nooit een vlag zal hijsen

wie een reiziger wil zijn

weet hoe de huid te gebruiken als opgooitent

eet verre streekgerechten

zonder aan de keuken van een eigen grootmoeder

te denken, die enkel droomde van een mobilhome

en nooit van de bestemming, haar hele leven

heeft ze als stalknecht in een bemeubelde garage gewoond

en ja, onderweg verlies je

wat moedertaal en schoenzolen, je geliefde

liet je al achter in panoramafoto's, eeuwig zwaait hij

vanop een bergtop in Italië het geluk, de zon, de leenwoorden toe

maar dat alles was voor je wist

dat het niet de tanden zijn, maar een geeuw

die de wereld verslindt



Uit: Nachtroer




HYPOSTASE 



uit het wit een uithaal, aangeslagen letter

tegen het zinloze duren in

bijna wat we hadden willen zeggen, ergens

tussen opzet en uitkomst en hersenschors

werd de mond een prop

en gedachten zijn zo scherp soms

het hoofd een besteklade, ik ligt niet tussen de lepels,

maar aan de snijkant van wat het denken in een punt dreef, het gedicht

altijd meer vlek dan woord, kaarsvet gestold tot koorts

kleur en adjectief voor elke klaplong

slik ook de stem in

het begint altijd met de weigering

lengte en breedte aan een moment te geven

maar duren doet het toch

dus krul het lichaam op tot komma

na een uitroep of een bede, dat is eender

er zal plaats zijn een hap naar adem lang.


Uit: Nachtroer


Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin