Naar de top - Dan Gemeinhart


Korte inhoud


Mark is ongeneeslijk ziek en wil zijn laatste wens zelf vervullen: het beklimmen van de Mount Rainier, met zijn hond Beau als metgezel. Hij weet dat de risico's groot zijn, zelfs voor ervaren klimmers. Bovendien zijn zijn plannen geheim. Zijn vriendinnetje Jessie is de enige die ervan afweet. Wanneer er een zoektocht naar Mark wordt opgezet, houdt ze het nauwelijks uit om dat zware geheim te dragen. De vraag of Mark de tocht overleeft, houdt de lezer tot op het einde vast.

Voor lezers die net iets meer willen weten:


Waardering

De berg riep me. 

Deze eerste zin opent het hele verhaal. Meteen raak: de lezer gaat met Mark op avontuur. In beeldende woorden leren we het hoofdpersonage kennen: zijn angst, zijn woede, zijn verdriet, zijn wanhoop, zijn doorzettingsvermogen. De personages zijn zeer herkenbaar. De auteur beschrijft treffend, zodat het verhaal gaat leven:

Het rook er naar oude sigarettenrook, koffie en gebakken eieren. In een hoek hing een tv waarop beelden langs flitsten, maar het geluid stond uit. Het water liep me in de mond en mijn maag werd wakker. De meeste tafels waren leeg. Een oud echtpaar zat zwijgend te kauwen aan een tafeltje en een man met een lange baard en een paardenstaart hing in zijn eentje aan de bar. Ik vroeg me af of hij dakloos was. Een serveerster leunde kauwgum kauwend tegen de toonbank en keek naar de tv. Ze leken allemaal moe en ongelukkig. De serveerster bekeek me van onder tot boven.

Het verhaal is spannend geschreven en vlot leesbaar. De auteur maakt gebruik van cliffhangers aan het einde van de hoofdstukken, soms letterlijk op te vatten, gezien het om een bergtocht gaat.

Terwijl ik naar het witte zand voor me keek, gleed mijn rechtervoet van de natte boomstam. Ik zwaaide wild met mijn armen om mijn evenwicht te herstellen. Toen gleed mijn andere voet ook uit. Door het gebulder van het water dat onder me langs flitste, hoorde ik Beau blaffen. De lucht wervelde voor mijn ogen, en toen de brug. Daarna was er alleen nog het wilde water.

Twee vertelinstanties komen aan bod, namelijk de vertellende, personale ik, Mark zelf, en een personale derde persoon die vanuit de positie van Marks vriendin getuigt. Voor jonge lezers wordt telkens duidelijk gemaakt dat het om een andere vertelinstantie gaat, door de hoofdstukken telkens te laten volgen door een x-½-nummering. Beide vertelinstanties krijgen ook een ander lettertype.

Ik las een recensie die opmerkte dat jongere kinderen dit boek misschien kunnen lezen, als ze iemand kennen die kanker heeft (gehad). Het duurt een hele tijd vooraleer we in het verhaal te horen krijgen dat Mark ziek is en dat is dan ook nog impliciet, bijvoorbeeld door een reactie op zijn kale hoofd, dat zijn maag niet veel aankan, dat de dokter iets belangrijks tegen zijn moeder heeft gezegd enz. Als de lezer doorheeft dat Mark ongeneeslijk ziek is, wordt het verhaal spannender, want de tocht is nog veel gevaarlijker voor hem. Het impliciete vermelden maakt het verhaal ook aandoenlijk; de auteur doet niet aan etikettering.

Misschien een waarschuwing voor gevoelige lezers: het boek is zeer emotioneel. Mijn dochter van twaalf kon niet ophouden met huilen, maar vond het toch een geweldig mooi boek.

Tot slot wil ik mijn waardering uitdrukken voor de mooie en tegelijk ook duidelijke schrijfstijl. Enkele voorbeelden die voor zich spreken:

Daklozen, opgerold in een portiek of hoestend in het duister van een steeg ...

Ik was dol op het horloge tot alles erger werd en het tikken ging klinken als duistere voetstappen die me van achteren inhaalden.

Ik hoefde niet te denken - de pijn dacht voor mij.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin