leesautobiografie

'Er komt geen einde aan het aantal boeken dat geschreven wordt,' schreef Prediker in een tijd waarin men nog op papyrus krabbelde. Het aanbod op vandaag is enorm. Hoe vind je daar je weg in? Hoe heb ik daar zelf mijn weg in gevonden en welk deel van de literaire wereld wil ik nog verkennen? Hier komt mijn fictieautobiografie, geschreven voor het begin van de opdrachten voor deze website.

Kinderjaren

Ik had het voorrecht en de pech eerstgeboren ter wereld te komen in een familie van leerkrachten en wel aan beide stamboomkanten en van generaties ver. Mijn moeder was voortdurend bezig met het verzinnen, produceren en spelen van letterspelletjes tot ik op tweeënhalfjarige leeftijd dan eindelijk de eerste woordjes ontcijferde en kleine verhaaltjes las van an en jan.

Werd er bij ons voorgelezen? Jazeker: ik las mijn moeder voor, beginnend bij de Botjes. Verder had mijn grootmoeder een reeks sprookjesboeken gekocht met bijhorende cassettes. De Noord-Nederlandse stem gaf mij een gemaakt invoelende indruk, maar Vrouw Holle die sneeuw maakt door haar kussen op te schudden en het arme meisje in De Zoete Pap dat een toverpotje krijgt, waardoor er nooit meer honger is, konden mij wel bekoren.

Tegen de tijd dat ik het eerste leerjaar haalde - ik was toen vijf - las ik de Pinkeltjesreeks van Dick Laan, reuzenboeken van 160 pagina's, geheel in tegenstelling tot het piepkleine hoofdpersonage. Ook de fratsen van postbode Pietje Puk veroverden mijn hart. Ik weet nog dat ik de hele reeks De Olijke Tweeling links liet leggen wegens te saai. Er mocht wel wat meer actie in, wat mij betrof. Voor de rest heb ik, denk ik, alle boeken gelezen die de bibliotheek voor mijn leeftijd voorzag. Niemand hoefde mij daartoe aan te sporen. Het lezen ging vanzelf en was een boeiend tijdverdrijf.

Naarmate ik in de basisschool vorderde, werden de thema's die ik verkoos duidelijk ernstiger. Jozefien - een personage van Maria Grippe - was een domineesdochter die niet Anna Grå wilde heten, maar Jozefien. Ze stelde zich als klein kind grote vragen over God en over het leven en de dood.

Zowel de kaft als de inhoud van een bepaalde passage zijn mij mijn leven lang bijgebleven: Jozefien verliest het bewustzijn en wordt wakker in een tuin in de armen van een vriendelijke grijze man. Is dit een tuinman of aanziet ze Jezus verkeerdelijk als tuinman, zoals Maria in het bijbels paasverhaal? Is ze in de hemel? Komend uit een katholiek gezin kon ik toen niet vermoeden dat mij deze vragen mijn hele leven lang zouden boeien en dat ik zelf als predikant op elke paaszondag bij de lezing uit Johannes 20 aan Jozefien terug zou denken.

In die tijd had ik overigens zelf ook een hekel aan mijn naam. Katelijne klonk mij veel te oud. Eurydice was mooier. Die naam had ik toen nog niet uit de Griekse mythologie, maar wel uit het repertoire van mijn overgrootmoeder die in haar jonge jaren Orpheus en Eurydice van Gluck op haar piano had begeleid bij de toen nog stomme film.

In vakantietijd - en dat geldt voor meerdere tijdvakken in mijn leven - werden er massaal strips geconsumeerd, vooral Jommeke, want die reeks las snel en Piet Pienter en Bert Bibber, voor mij twee echte helden: zulke broers had ik wel gewild. Laatstgenoemde strips waren eigendom en erfenis van mijn vaders jeugd en lagen en masse op onze zolder, sowieso een plek die altijd tot mijn verbeelding sprak.

Tienerjaren

De overgang naar het secundair onderwijs werd beheerst door Evert Hartman. Spannende verhalen met een duidelijke confrontatie en gewetenskeuze: een evolutie in mijn lezen. Het onzichtbare licht hield mij jaren in zijn greep en bezorgde mij een interesse in helderziendheid die ik nu als ongezond beschouw. Morgen ben ik beter en de inhoud van Gegijzeld inspireerden mij om mijn eerste roman te schrijven: Morgen misschien, een verhaal gebaseerd op de ontvoering van een leeftijdgenoot in 1992.

Lannoo zou het manuscript niet publiceren, maar liet me wel weten dat ik moest doorgaan met schrijven. Deze aanmoediging zorgde ervoor dat ik een periode weinig meer gelezen heb dan de verplichte nummers als Kruistocht in Spijkerbroek, Le petit Prince en Griekse mythen en sagen. Des te meer werd het manu scribere.

Op mijn zestiende was ik zover gevorderd een zelfmoord te beschrijven en wel op die manier dat ik, een paar dagen nadat ik het stuk aan een leraar had laten lezen, willens nillens op de sofa zat bij een psychiater. Na twee sessies hield hij mij al voor bekeken, wat ik als een compliment beschouwde.

Met de bewuste leerkracht had ik ondertussen wel een goede band opgebouwd. Hij raadde me aan weer te gaan lezen. Hij noemde De Verborgen Geschiedenis van Donna Tartt. Dit verhaal is me zo bijgebleven dat ik de klassieke studiën later aan de universiteit heb verdergezet. Blijkbaar fascineerden mij het mysterieuze, het geheimzinnige en literatuur uit vervlogen tijden. In die periode bekeek ik ook Dead Poets Society, een film met gelijkaardig thema.


Niet dat ik in die periode niet meer schreef; ik sleepte zelfs een prijs in de wacht. Ik schreef toen overigens zoals ik las: weinig analyserend op verhaalniveau, maar wel met oog voor symboliek en diepere lagen en doorspekt van beschrijvingen die ik literair durf noemen.

Lezen werd na Donna Tartt weer aantrekkelijk en ik besloot, nu de volwassenafdeling van de bibliotheek haar rijkdommen aan me had prijsgegeven, alles te lezen wat in mijn mogelijkheden lag. Geïnspireerd door Herman De Croo, die naar eigen zeggen de Petit Larousse van voor naar achter had vanbuiten geleerd - ik was blijven steken vooraan bij de A - , bracht ik een blitsbezoek aan de bib en schoof nog geen minuut na mijn aankomst de vijf eerste boeken onder auteursnaam A (nog steeds in de rode kast, Halenplein, Kortrijk) op de tafel van de bibliothecaris. Daartussen zat Hotel Deluxe.

Ook hier bleef ik vervolgens steken vooraan bij de A en het idee om de hele bib te lezen liet ik varen. Ik worstelde mij nog door In den Klauen des Löwen van Henry Pahlen, gepassioneerd als ik was door de schoonheid van de Duitse taal en van het vrouwelijk hoofdpersonage Corinne - haar naam alleen al. En ik hield van de in beperkte oplage uitgegeven poëzie van mijn huisarts Pol Vermeersch in Het zomert in mei.

Net zoals de meeste van mijn vrouwelijke leeftijdsgenoten bekeek ik smachtend de populaire serie Beverly Hills 90210 met bijzonder aantrekkelijke personages die de vrijheid hadden om te doen waar jij van droomde én een portie spanning. 7th Heaven bekeek ik in mijn eentje, een reeks over een domineesgezin waarin ieder lid zijn steentje bijdroeg aan het welzijn van de kerkleden.

In de vaderlijke figuur van de predikant zag ik een soort heldendom dat op warmhartigheid en nederigheid was gebaseerd en mij ten zeerste aansprak. Op dat moment had ik nog geen enkele ambitie om in die richting te gaan verder studeren. Het was veeleer het vaderlijke ideaal dat mij aansprak, iets waarvan ik mij pas decennia later zou realiseren dat het enkel in de geest bestond, met de bedoeling ernaar te blijven streven.

Studententijd

Tijdens mijn studentenleven verging mij het fictielezen, omdat ik massa's historici, filosofen en theologen te doorworstelen had. Toch was ik altijd op één of andere manier wel met verhalen en stijlkenmerken bezig. Het boek waarin ik sindsdien ongeveer elke dag lees heet de Bijbel - Biblia betekent boeken, bibliotheek dus. Deze verzameling is uitermate geschikt om fictie uit het (Oude) Nabije Oosten te begrijpen, waarvan de ontknoping, de kern of de boodschap zich vaak niet in het einde, maar in het midden van het verhaal bevindt. Het vergelijken met andere teksten en de (literair)-historische context zijn voor dieper verstaan noodzakelijk.

Volwassen leven

Twee jobs, vier kinderen, schrijven en studeren geven fictielezen weinig kans. Maar niets is onmogelijk. Zoals Lewis schreef: 'Het is belangrijk ... het vermogen te ontwikkelen om op iedere willekeurige plaats iets zinnigs te lezen.' Af en toe zijn er tien saaie minuten op een dag, waarop je beter een boek ter hand kunt nemen dan ze zomaar te laten voorbijgaan.

Zo las ik in stukjes en brokjes Der Illuminator van Brenda Vantrease en De Kabbalist van Geert Kimpen, maar ook meesterwerken als Ungeduld des Herzens van Stefan Zweig en De naam van de roos van Umberto Eco. Dit is geen greep uit was ik de laatste jaren las. Dat is het. Het maakt minder dan één procent uit van het totaalpakket dat ik voornamelijk voor professionele doeleinden lees. Daarnaast ben ik wel herbegonnen met fictie voor kinderen - we lezen elkaar voor.


In mijn gezin van herkomst was er zeer weinig interesse voor fictie. Taalontwikkeling was belangrijk, maar voor het lezen van fictie werden we eerder gewaarschuwd dan aangemoedigd. Anthony Horowitz en boeken die mogelijks tot angst, wanhoop of wanen zouden kunnen leiden, werden bij aankomst thuis ogenblikkelijk weer naar de bibliotheek verwezen.

Ipsa historia repetit, zelfs wanneer je denkt ze om te keren: mijn kinderen heb ik nooit enige beperking tot lezen gegeven. Een van mijn zonen vond zijn dada in fantasy, maar helaas bleef zijn geest in deze wereld hangen. Op pijnlijke wijze werd mij duidelijk gemaakt dat fictie voor sommigen op een kwalijke manier geestverruimend kan werken. Om mijn kind beter te begrijpen wil ik nu toch fantasy lezen, te beginnen met C.S. Lewis waarvan mijn zoon alle fictie heeft gelezen en ik als theoloog zijn non-fictie.

Andere vormen van literatuur

Wat hierboven niet vermeld wordt, is popmuziek en theater. Ik heb daar nooit erg veel interesse in vertoond. Ik herinner mij vaag een naaktscène in de schouwburg in Kortrijk. Maar het leven geeft je vaak een nieuwe kans. Met mijn kinderen heb ik de musical Pinokkio van Studio 100 ettelijke keren bekeken en hoewel ik commercieel gerichte voorstellingen mijd, ontroert mij dit verhaal. De liederen blijven hangen. De fee: "Ieder jaar.. ben ik daar... dan vervul ik steeds een wens ... van een ongelukkig mens..."

Het spel tussen lied en verhaal voerde mij dusdanig mee dat ik een paar jaar later zelf een muzikaal theater schreef Het water en de worm, gebaseerd op het boek Jona. In de hoedanigheid van mede-regisseur en acteur in bijrol merkte ik hoe teksten, zinnen, woorden en flarden door iedere lezer of acteur op een verschillende manier geïnterpreteerd worden. De dialoog met het publiek is boeiend, al suggereert Umberto Eco dat 'een schrijver zou moeten sterven na het schrijven om de loop van de tekst niet te verstoren'.

Wanneer ik fictie lees wil het schrijversbloed in mij het genieten van beschrijvingen en structuurontdekkingen omzetten in ervaring die nodig is om zelf te kunnen schrijven. Het functioneel lezen omarmt het literair-esthetische, dat vooral gekenmerkt wordt door bewondering voor mensen die ontzettend veel verder staan dan ikzelf, momenteel auteur van twee kinderboeken.

Competentieniveau

Het inschatten van mijn eigen literair competentieniveau vind ik behoorlijk lastig, omdat er veel door elkaar loopt. Het niveau van boeken dat ik aankan is behoorlijk. De naam van de roos lijkt mij een niveau 4-boek. Er zitten veel verwijzingen in naar andere, middeleeuwse auteurs, symbolen en thema's. Tegelijk is het als misdaadverhaal ook best wel toegankelijk. Ook Ungeduld des Herzens zou ik op dat niveau plaatsen, omdat het best wel inspanning vraagt om terug te keren naar het begin van de twintigste eeuw en omdat er veel lange en diepzinnige zinnen en alinea's in staan, die uitnodigen tot een dieper filosofisch nadenken over hoe de mens in elkaar steekt en wat de consequenties van medelijden zijn.

Zelf ben ik in staat om op behoorlijk academisch niveau te discussiëren over Bijbelse fictie en verhalen uit het Oude Nabije Oosten. Moeilijkere fragmenten van Harry Mulisch' De Procedure zijn voor mij kinderspel, omdat ik helemaal thuis ben in de semitistiek. Toch kan ik mezelf niet op niveau 5-6 plaatsen, omdat mijn academische kennis beperkt is tot die van de klassieke oudheid en van het Oude Nabije Oosten. Mijn belangstelling zit echter wel op die hogere niveaus. Dat maakt dat ik voorzie om in de komende jaren een behoorlijke vooruitgang te boeken.

'Er komt geen einde aan het aantal boeken dat geschreven wordt', schreef Prediker. Wat heerlijk, toch!

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin